woensdag 28 november 2012

Hoogmoed komt voor de val

bron: volkskrant blog feb 2006


Al langere tijd probeerde ik een artikeltje te schrijven over onze onvoorstelbare hoogmoed, maar steeds weer kon ik de woorden niet vinden om het zo weer te geven dat er misschien een enkeling zou beseffen hoe ver wij verworden zijn.
Lichaam en geest lijken bij velen al gescheiden te zijn en onze systeemdictatuur gaf ons dan ook niet voor niets slechts de vrijheid van meninguiting zonder te mogen handelen.
Moeten wij de wetenschappers geloven dan is de aardse opwarming een vuiltje wat wij in de nabije toekomst zullen weten te beheersen en zij die daar niet zo zeker van zijn hebben zich reeds in verbinding gesteld met entiteiten van andere zonnestelsels en hebben alle vertrouwen dat zij worden gehaald voordat de aarde onleefbaar is geworden. Zij weten dit zeker, want hebben contact met het bovenaardse en sommigen onder hen zijn zelfs al deel van het Universum - gepersonificeerd als zijnde God - door Universele Liefde te prediken.
Dan zijn er de echte doemdenkers, die menen dat Ufo's ons vernietigen en waar we ons tegen kunnen bewapenen als er maar naar hun geluisterd wordt.
Dan zijn er de goedzakken onder ons, die menen dat als zij de beheersing in zichzelf verliezen dit wijden aan boze entiteiten, die uitgebannen kunnen worden door hen die het Licht de Oneindigheid al gevonden hebben.
Ik vind het fantastisch om te zien hoe wij zo materialistisch gegroeid zijn, dat we werkelijk alles te gelde kunnen maken. Zelf de ziel al vermaterialiseerd tot oneindigheid en zij die dit niet beamen wordt onbewustzijn aangepraat.
Iedereen is bezield van geld-indrang en/of geldingsdrang en zo kan men nog slechts leven als men zichzelf omhoog discrimineert zonder de ander te beschadigen.
Kan dat wel?
Cartonisten en democraten menen van wel, maar persoonlijk ben ik van mening dat dit het summum van hoogmoed is, die niets meer met leven te maken heeft.
Tientalle vellen A4 verdwenen er in de kachel in een pogen de hoogmoed te belichten en kwam uiteindelijk tot een verhaaltje uit de oude doos.
Het was een verhaal van een analfabetische Drentse boer, die me uitleg gaf aan iets wat wij zo hoog in het vaandel dragen.
"Laat je zoon studeren, laat hem voor minister leren", kreeg voor mij wel een zeer dubieuse bijklank.
Behalve dat het je hersenen volstampen is met één luttel aspect van het leven [ toevallig heet het knowledge als hoekje van het weten] en mensen slechts eenzijdig leren kijken en niet meer met andere diciplines kunnen communiceren, is het wat die ongeletterde Drentse boer zo typerend verwoordde: de val in Hoogmoed.
Ik noem dit pure volkswijsheid en niets meer.
Mag ik U vragen of U begrijpt wat ik bedoel?

Het Drentse boertje.Het was najaar.
Ik was hout aan ’t hakken in mijn tuintje.
Dit was bitter noodzaak, want levend in een huisje in het Zeegser Bos met… alleen een houtkachel moet men zich wel op de winter voorbereiden.
En opeens…
Hij kwam uit het niets.
Een oude man — door het leven gebogen, leunend op een afgevallen boomtak hing hij over het houten hek.
“Dag, meneer!”
“Mag ik U iets vragen?”
“Ja, natuurlijk”, antwoordde ik en legde mijn bijl neer.
“Weet U, ik heb niet geleerd”.
“Ik kan noch lezen noch schrijven, maar ik maak me zorgen”.
“Waarover”, vroeg ik benieuwd.
“Ach”, zei hij, “kijk, de wereld ziet er in mijn ogen somber uit”.
“U vindt het misschien raar als ik het zeg, maar ik vergelijk mensen vaak met bomen”.
Nou dat wordt spannend, dacht ik.
En zo moet mijn blik ook zijn geweest, want hij ging door:
“Als men de zijscheuten van bomen afhakt, groeien ze sneller de hoogte in en…
men doet dat ook wel uit eigenbelang, voor geld”.
“En datzelfde zie ik ook bij mensen gebeuren”.
“We sturen kinderen naar school en ze leren daardoor niets meer over het leven… en dan hakken ze er nog meer zijtakken af doordat ze gaan studeren.”
“Het spijt me dat ik het zeg, maar ik ben bang dat we kinderen te snel omhoog laten groeien en daar maak ik me zorgen over”.
Ik was totaal met stomheid geslagen.
Ik moet er met mijn mond open van verbazing erg stom hebben uitgezien.
Voordat ik een woord kon uitbrengen zei hij: “Dank U wel meneer, dat ik U mocht verhalen”.
“Maar ik denk wel dat alles goed is wat er is, anders was het er niet”, voegde hij er nog achteraan, terwijl hij zijn door de natuur al verstoten materie weer ter hand pakte en wegstrompelde.

Daar stond ik dan, dokter in de weet niet kunde.
Ik zou in mijn leven nog vele oude wijzen tegenkomen.
Ze hadden geen van allen geleerd, maar wel het echte leven gezien en hadden daar meer over te verhalen dan de afgehakte boom kon vertellen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.